Forum: ‘Venlo mag zich met recht Cradle to Cradle City noemen’

Magazines | Noord-Limburg Business nr 6 2014

Naar aanleiding van de uitzending van de documentaire Afval = Voedsel op 2 oktober 2006 was Venlo de eerste gemeente die actief aan de slag ging met het gedachtegoed achter Cradle to Cradle, met als doel om innovatie en kennisontwikkeling in de regio te stimuleren. Sinds die tijd hebben er veel ontwikkelingen plaatsgevonden en zijn de resultaten inmiddels zichtbaar. Om de positieve aspecten te benoemen en inzicht te krijgen in de knelpunten, organiseerde het C2C ExpoLAB, zelf gevestigd in de Innovatoren op het voormalig Floriadeterrein, een tafeldiscussie over de kansen voor Cradle to Cradle in Venlo en de regio Noord-Limburg. Harry Loozen, managing director bij het C2CExpoLAB, zat de discussie voor.

De gemeente Venlo en de Regio Venlo spelen een actieve rol in het promoten en toepassen van de Cradle to Cradle (C2C)-principes. Eén van de eerste zichtbare wapenfeiten was de Floriade 2012. Het terrein waar deze Wereldtuinbouw-tentoonstelling werd georganiseerd is zo ontwikkeld zodat dit gebied na de Wereldtuinbouwtentoonstelling de basis ging vormen voor een duurzaam bedrijventerrein met de naam Venlo Greenpark. Verder vordert de bouw van het nieuwe stadskantoor voor de gemeente Venlo gestaag en werd in november de C2C-geïnspireerde sporthal Egerbos geopend. Het C2C ExpoLAB in Venlo ontsluit via de website www.C2C-centre.com een internationale database met alle beschikbare C2C-gecertificeerde producten en biedt advies op het gebied van het toepassen van C2C-principes bij gebieds- en vastgoedontwikkeling en het verduurzamen van producten. Dankzij de integrale aanpak waarbij de focus ligt op samenwerking met onderwijs, het bedrijfsleven en de bebouwde omgeving is Venlo een van de meest toonaangevende C2C-proeftuinen wereldwijd. “Venlo mag zich met recht Cradle to Cradle City noemen”, zegt wethouder Wim van den Beucken trots. “Kijk bijvoorbeeld eens naar het stadskantoor. Met een extra investering van 3 miljoen besparen we uiteindelijk in 40 jaar zo’n 17 miljoen euro op ondermeer energiekosten. Feit is dat er met Cradle to Cradle gewoon geld kan worden verdiend.” “Bovendien hebben we met onze integrale aanpak vorig jaar ook als gemeente een internationale Innovation Award gewonnen vanwege onze koploperspositie ten opzicht van andere landen en gebieden”, voegt Milène Bekkers toe. “Maar toch vind ik dat je er in de praktijk maar weinig van terugziet”, merkt Peter Freij op. “Het stadskantoor en Egerbos zijn fraaie voorbeelden, maar het aantal tastbare resultaten in de regio is laag.” “Dat heeft mede te maken met het feit dat Cradle to Cradle nog in de innovatiefase zit”, zegt Bekkers. “De gemeente, een aantal bedrijven en onderwijsinstellingen zijn nu nog de voorlopers, maar het verhaal is zich zeker verder aan het ontwikkelen. Belangrijk is het daarbij om het verhaal achter Cradle to Cradle te vertellen.” “Je hebt nu eenmaal een aantal jaar nodig voordat je ook echt veranderingen bereikt”, benadrukt Roy Vercoulen. “De eerste experimenten zijn succesvol, maar zullen niet leiden tot een systeemverandering. Iedereen is nog gewend om op een bepaalde manier te werken. Wel zie je wereldwijd steeds meer grote bedrijven uit verschillende industrieën zich binden aan groene initiatieven. Zij kunnen uiteindelijk de weegschaal doen doorslaan richting verandering. Projecten zoals het stadskantoor en Egerbos zijn daarbij belangrijke stimulansen en voorbeelden.”

Knelpunten

Zoals het een product in de innovatiefase betaamt, lopen gemeente en bedrijven wat betreft het toepassen van het C2C-gedachtengoed nog wel tegen een aantal knelpunten aan. Van den Beucken: “Er worden de nodige stappen gezet en ook de technieken zijn inmiddels ruim voorhanden. In combinatie met het feit dat je met het toepassen van deze principes geld kan verdienen zou je denken dat we goud in handen hebben. Toch is het lastig om investeerders warm te krijgen.” Toine van Casteren herkent dat wel. “Niet alle investeerders zijn geïnteresseerd. Vaak hechten zij meer waarde aan lage kosten en bouwen in grote volumes. Bovendien kent de bouw een grote levensduur en bouwt een gemiddelde opdrachtgever maar één keer.” “Ook

binnen de sociale woningbouw is er een spanningsveld tussen de extra kosten die C2C-producten met zich meebrengen en het budget”, vult Paul Stelder aan. “Extra investeringskosten mag ik namelijk niet op de huurder verhalen, terwijl de opgeleverde winst in de vorm van lagere energiekosten wel door de huurder worden genoten. Om alsnog volgens de principes te kunnen bouwen, moet er een ander model worden ontwikkeld, maar daarvoor moet ook de wetgeving worden aangepast.”

Nieuwe

financieringsstructuur

Ondanks deze beperkingen staan de aanwezigen allen positief tegenover C2C en zien zij zeker mogelijkheden in om de genoemde obstakels te overwinnen. Stelder: “Bij onze huidige projecten heeft onze onderhoudsafdeling samen met de projectontwikkelaar gekeken waar langetermijn-voordelen behaald zouden kunnen worden, waaronder op het gebied van onderhoud. Op die manier kunnen we de investeringskosten in de loop der tijd door middel van een besparing op dit soort vlakken terugverdienen. Je krijgt dus een hele andere financieringsstructuur.” “Maar daar profiteer je alleen van als je gedurende de gehele exploitatieperiode ook de eigenaar blijft”, merkt Sebastiaan Sanders op. “Voor veel bedrijven is dit niet haalbaar.”

“Partijen in de bouw zouden wel kunnen worden getriggerd wanneer bijvoorbeeld de grondprijs wordt aangepast”, zegt Van Casteren. “Bovendien kan C2C ook als een onderscheidend vermogen worden ingezet.” “Er zijn inderdaad genoeg beleggers die een pand bouwen met een hoog energielabel”, knikt Peter Thissen. “Dit doen ze ten bate van hun eigen imago, maar ook voor de huurders die zo lagere energielasten hebben. Daarnaast creëer je ook ruimte om heel fors te investeren in besparende maatregelen door hier je total cost of ownership aan te koppelen. Energy Service Companies (ESCoʼs) zijn bijvoorbeeld bedrijven die de aanleg, het onderhoud en het beheer van de (klimaat)installaties van gebouwen overnemen.

Zij kunnen de meerinvestering voor hun rekening nemen. Ook aan ons is vaak gevraagd om mee te financieren in de exploitatie. Voordeel voor het bedrijf is dat onze gespecialiseerde mensen maat-regelen kunnen bedenken voor zo laag mogelijke energielasten.”

“Wellicht kan er ook een doorbraak worden bereikt door aan de ontwerpkant met de projectontwikkelaar te gaan praten”, stelt Van Casteren. “De bouw is wat dat betreft toch meer een volger dan een leider.” “Partijen zoals een architect die aan de voorkant van het proces zitten, kunnen daar zeker invloed op uitoefenen en mede de lijn daarin bepalen”, knikt Rob van Vugt. “Ook is het natuurlijk raadzaam om andere partijen dan de bouwkundig adviseur in dit proces mee te nemen.”

“Het stadskantoor is dan op meerdere niveaus een goede business case om als voorbeeld aan te dragen”, voegt Vercoulen toe. “Het gebouw zuivert water, levert energie op en draagt vanwege het gezonde werkklimaat bij aan de vitaliteit van de medewerkers, waardoor uiteindelijk ook het ziekteverzuim wordt teruggedrongen. Met dit soort cases kun je de markt succesvol bewerken.”

Klaar voor de markt

De aanwezigen zijn het erover eens dat er wat betreft het toepassen van C2C nog wel een aantal slagen gemaakt kunnen worden, voordat het uit de pioniersfase kan gaan treden. “Maar als er eigenlijk geen discussie is over de wenselijkheid, de maatschappelijke meerwaarde en het feit dat er een verdienmodel achter schuilt, waarom kan het dan niet verder worden uitgerold?”, vraagt Freij zich af. Volgens Loozen ligt dit aan drie aspecten. “Marketingtechnisch ontbreken de drie belangrijkste elementen, Wat, Waarom en Hoe, nog. Deze elementen moeten duidelijk worden afgestemd op de doelgroepen die je wilt benaderen en ook worden

uitgedragen door de stakeholders. Verder kent Venlo veel verschillende structureren en instanties die Cradle to Cradle een warm hart toedragen. Zij zouden hun krachten moeten bundelen zodat zij meer slagkracht krijgen. Ten slotte heeft het ook te maken met commitment. Als je iets wilt bereiken, heb je meer nodig dan alleen een kartrekker. Als je de marketing en de samenwerking tussen de partijen op orde hebt, kun je een infrastructuur creëren zodat je elkaar scherp kunt houden.”

“Het is ook belangrijk dat er draagvlak in de markt ontstaat”, voegt Lucien Bongers toe. “Dat krijg je door ook de consument oftewel de gewone burger te overtuigen van de voordelen van C2C. Zij zijn uiteindelijk de trendsetter die vraag gaan creëren. Zij zullen een gezonde werkomgeving zeker de moeite waard vinden. Specifieke informatievoorziening voor deze doelgroep is net zo belangrijk als het overtuigen van de projectontwikkelaars.”

“Daar hebben we bij Egerbos bewust op ingespeeld”, knikt van Vugt. “In het sportcomplex is een speurtocht ingebouwd zodat jongeren op een speelse wijze leren over C2C, in de hoop dat zij dit ook doorgeven aan hun ouders.” “Als Venlo het verschil wil gaan maken, zal er een gericht plan op tafel moeten komen zodat de gemeente kan laten zien op welke gebieden ze met C2C aan de slag is gegaan”, zegt Loozen. “Venlo is bij het stadskantoor al onderscheidend in het succesvol bewerken van de markt door aan de voorkant van dit project zo samen te werken met de architect en het bouwteam, dat (potentiële) producenten van C2C-materialen de kans krijgen om aan innovatie en productontwikkeling te gaan werken. In feite zijn de grootste investeringen al gedaan. Met de cases van beide gebouwen kan de gemeente succesvol de markt gaan bewerken en investeerders ervan overtuigen om C2C te bouwen. Met een bijzonder bedrijventerrein zoals Venlo Greenpark en de hoeveelheid beschikbare kennis heb je hele waardevolle assets in huis.”

Bouwen volgens Cradle to Cradle

‘Venlo mag zich met recht Cradle to Cradle City noemen’

”Feit is dat er met Cradle to Cradle

gewoon geld kan

worden verdiend.“

- Milène Bekkers, beleidsadviseur bij de gemeente Venlo, afdeling Ruimte & Economie. Heeft als expertise Cradle to Cradle en duurzame ontwikkeling. Wil de partijen in de markt uitdagen om met Cradle to Cradle aan de slag te gaan.

- Wim van den Beucken, wethouder Financiën en organisatie bij de gemeente Venlo. Heeft onder andere Duurzaamheid en Cradle to Cradle in zijn portefeuille. Draagt actief uit dat er met Cradle to Cradle gewoon geld kan worden verdiend, maar wil de principes ook onder de burgers promoten.

- Lucien Bongers, Business Developer bij Services Valley, een open innovation centre en incubator voor start-ups binnen met name de informatie- en communicatietechnologie. Helpt ondernemers met het vermarkten van hun idee en is erg benieuwd wat duurzaamheid voor deze bedrijven kan betekenen.

- Toine van Casteren, managing director BAS Research & Technology. Werkt onder andere samen met diverse universiteiten om nieuwe materialen te ontwikkelen. Ziet in de betonwereld een uitdaging om slim te bouwen.

- Peter Freij, voorzitter van het College van Bestuur van stichting Special Onderwijs Noord- en Midden-Limburg. Heeft de ambitie om duurzaam te bouwen, maar durft wel kritische vragen te stellen.

- Sebastiaan Sanders, algemeen directeur Leolux. Is geïnteresseerd in hoe duurzame materialen kunnen worden ingezet binnen de bedrijfsvoering.

- Paul Stelder, directeur-bestuurder bij woningcorporatie Antares. Ziet kansen om door middel van duurzaam investeren en hergebruik van bouwmateriaal kosten te besparen.

- Peter Thissen, vestigingsdirecteur Unica Installatietechniek. Was 14 jaar geleden al bezig met het verduurzamen van installaties door middel van warmtepompen en WKO’s.

- Roy Vercoulen, vice-president van de Europese tak van het Products Innovation Institute. Is via deze organisatie mede verantwoordelijk voor het uitgeven van certificaten voor Cradle to Cradle producten en heeft nog altijd een sterke band met de regio.

- Rob van Vugt, architect bij 2.0 Architecten. Als ontwerper betrokken bij Egerbos, het eerste C2C-geïnspireerde sportcomplex in Venlo. Weet uit de praktijk dat Cradle to Cradle toepasbaar is en wil ook de volgende generaties warm maken voor duurzaam bouwen.

- Harry Loozen, (interim) managing director bij het C2CExpoLAB en voorzitter van het forum. Was destijds één van de initiatiefnemers om Cradle to Cradle als overkoepelend thema te gebruiken om de potentie van de regio Venlo op de kaart te zetten. Vindt het hoog tijd dat niet alleen wereldwijd, maar ook in de regio zelf iedereen de principes van Cradle to Cradle gaat uitdragen.

De deelnemers

INTERREG

C2C ExpoLAB in Venlo is een kenniscentrum met gespecialiseerde adviseurs die samenwerken met overheden, architecten, projectontwikkelaars en onderwijsinstellingen om innovatie aan te jagen vanuit de visie van Cradle to Cradle. Het platform waarop de kennis wordt gedeeld, is het C2C-Centre. Dit is een investering in het C2C-BIZZ project. In het C2C-BIZZ project wordt gekeken hoe Cradle to Cradle kan worden vertaald in bestaande en nieuwe bedrijventerreinen. Het C2C-BIZZ project is een samenwerking van 11 Europese partners, wordt ondersteund door de Europese Unie en mede gefinancierd door het INTERREG IVB North West Europe programma. Bezoek het digitaal platform via www. c2c-centre.com. 

Het gedachtengoed achter Cradle to Cradle

De theorie achter Cradle to Cradle is gebaseerd op het boek Cradle to Cradle: Ã¢â‚¬ËœRemaking the Way We Make Things’ uit 2002 over duurzaam ontwerpen van William McDonough en Michael Braungart. Cradle to Cradle gaat uit van de theorie dat afval gelijk staat aan voedsel, wat betekent dat producten zo zouden moeten worden ontwikkeld dat alle onderdelen zonder kwaliteitsverlies opnieuw kunnen worden gebruikt. Om de impact op het milieu zo laag mogelijk te maken, moeten de onderdelen worden vervaardigd uit schonere grondstoffen, dient het product zuiniger in gebruik zijn en is de mogelijkheid tot recycling geoptimaliseerd. Bij het ontwerp van een product is dus de levensduur het uitgangspunt: van wieg tot graf. Er zijn al legio producten die het label Cradle to Cradle Certified, uitgegeven door het

Products Innovation Institute, mogen voeren zoals kantoormeubilair, bouwmateriaal, cosmetica, schoonmaakmiddelen en textiel. In het C2C ExpoLAB staan zo’n honderd van deze producten uitgestald.

delen:
Algemene voorwaarden Hosted by